afb.
In de morgen van dinsdag 28 april 2009 is in Woonzorgcentra Zuiderhout te Teteringen pater Ad Wetzer op 85-jarige leeftijd overleden. Woensdag 6 mei 2009 om 14.30 uur zullen wij hem gedenken tijdens een plechtige Eucharistieviering in de kapel van het zorgcentrum te Teteringen en daarna op ons SVD-kerkhof aldaar te ruste leggen. Adrianus Johannes Maria, zoon van Aloysius Wetzer en Bernardina Kappé, werd op 16 april 1924 in 's-Hertogenbosch geboren en daags daarna in de basiliek van St. Jan gedoopt. Hij was het achtste kind in een gezin van vijftien. Ofschoon er wel eens een missionaris op school kwam om over de missie te vertellen, en ofschoon een van zijn broers priester werd in het bisdom en een andere broer in Uden "op studie" was, kwam het idee om zelf priester-missionaris te worden pas hij hem op na het zien van een missiefilm ("Anak Woda", voor zover hij zich herinnert), die grote indruk op hem maakte. Die film was opgenomen op het eiland Flores en spontaan zei hij: "Daar zou ik best naar toe willen."
Op 29 april 1936 kwam hij op de voorbereidende klas in het missiehuis St.Willibrord te Uden. Zijn noviciaat en filosofiestudie deed hij van 8 september 1943 tot 1946 in het missiehuis St.Lamhertus te Helvoirt. Op 8 september 1945 legde hij in Helvoirt zijn eerste geloften af. Van 1946 tot 1950 studeerde hij theologie in het missiehuis St. Franciscus Xaverius te Teteringen. Daar legde hij op 5 juni 1949 zijn eeuwige geloften af en werd hij op 28 augustus 1949 tot priester gewijd.
Op 11 november 1950 vertrok hij met de "Willem Ruys" vanuit Amsterdam naar Indonesië en zette zijn reis van Java naar Flores voort met een boot van de KPM. Op 2 januari 1951 kwam hij op Flores aan. Tien dagen later begon de inleidingscursus in Mataloko (hoofdzakelijk taalstudie). Van juni 1951 tot juni 1958 werkte hij in de parochie Danga, in het Ngada district. Vervolgens van juni 1958 tot juli 1964 in Wolosambi, een van de mooiste plekjes van Flores, met prachtige rijstvelden op terrassen tegen de berghellingen.
In 1964 kwam er een grote verandering in zijn leven: Hij werd rector en deken van Bajawa, een taak die hij tot 1973 zou vervullen. Hij ging wonen in Mataloko. Het waren spannende jaren: In 1965 werd een communistische staatsgreep op het nippertje verijdeld en in bloed gesmoord.
In 1973 vroeg men hem om de zorg voor de procuur in Surabaya op zich te nemen, die in dat jaar geopend werd. Na 22 jaar verliet hij Flores. Tot het jaar 2000 zou hij op Java werken, eerst op de procuur en vervolgens aan de opbouw en de uitbreiding van de provincie Java waartoe ook Bali/Lombok, West Irian en Kalimantan behoorden.
Tot 1970 waren in het bisdom Surabaya alleen Lazaristen werkzaam geweest. In 1968 bracht de Congregatie voor de Evangelisatie van de Volken een grote verandering in het bestuur van de missiegebieden: Niet meer de missiecongregaties maar de plaatselijke bisschoppen kregen de leiding van de bisdommen. Zo kwamen in 1970 de eerste SVD-ers in het bisdom Surabaya werken: de paters Jan Heyne, Paulus Boli Lamak en Herman Embuiru. Al spoedig leverde ook Ad Wetzer een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van deze nieuwe SVD-Provincie. In 1974 werd het scheepsbedrijf van de missie overgeplaatst naar Surabaya, in 1975 verhuisde de procuur naar een groter huis bij de kathedraal. Naast zijn werk op de procuur hielp Ad ook mee in de parochie, met name voor Marriage Encounter en op verzoek van Mgr. Klooster C.M. voor de charismatische beweging. Toen in 1978 de provincie Java werd opgericht, werd Ad tot eerste provinciale overste benoemd. In hetzelfde jaar mochten onze studenten bij de Lazaristen in Malang gaan studeren. Het zoeken naar huisvesting voor onze studenten bracht veel zorg met zich mee: Ze verbleven op verschillende plaatsen totdat ze een definitief onderdak vonden in Malang en Batu. In 1980 nam de SVD werk aan in het bisdom Samarinda (Kalimantan). Voor Ad betekende dit veel reizen, veel overleg en zorgen. Het is dan ook begrijpelijk dat hij in 1981 om gezondheidsredenen bedankte voor een tweede termijn als provinciaal. Aan Pater Generaal Heinz Heekeren schreef hij: "Ik ben totaal afgebrand en heb een vakantie nodig, anders kunnen ze me na een half jaar begraven." Hij werd pastoor van de parochie Johannes de Doper in Surabaya-Wonokromo, van 1982 tot 1986. Pater August de Boer en een kapelaan kwamen hem helpen. Na 1986 kreeg hij de pastorale zorg voor het ziekenhuis en gaf hij conferenties aan de zusters (een vijftigtal). in 1994 raadde de dokter hem aan het wat rustiger aan te doen. Daarom verhuisde hij naar Malang waar het klimaat beter was. In 1996 kreeg hij in Nederland een pacemaker. Na zijn terugkeer verhuisde hij naar Batu waar de SVD zojuist een huis voor bejaarde medebroeders had geopend. Hij had daar enkele goede en aangename jaren dankzij het milde klimaat en de goede zorgen van de zusters. Ad gaf de zusters conferenties en was biechtvader van de novicen.
Omdat hij van plan was tot aan zijn dood in Indonesië te blijven, wilden zijn broers en zussen met hem zijn gouden priesterfeest in Nederland vieren. Daarna vierde hij het ook nog in Batu en Surabaya. Na dit feest ging zijn gezondheid langzaam achteruit. Op 2 februari 2000 werd hij naar Surabaya gebracht voor onderzoek. Hij had moeilijkheden met zijn longen, het ademhalen werd moeilijk. Hij ontving het sacrament van de zieken. De doktoren raadden hem aan voor verder onderzoek naar Nederland te gaan. Omdat hij dacht voor Kerstmis terug te zijn, nam hij geen afscheid en pakte alleen wat kleren in voor de winter. Op 9 september 2000 kwam hij in Teteringen aan. In oktober werd hij in Breda uitvoerig onderzocht. Het oordeel van de longspecialist overviel hem: van terugkeer naar Indonesië kon geen sprake zijn! "Dat viel me als een blok op het hoofd", schrijft Ad, "Geen afscheid genomen na vijftig jaar! En zo moet ik het accepteren, hetgeen langzamerhand beter gaat, vooral sinds ik Lourdes kon bezoeken... Ook hier kan ik nog veel doen voor mijn geliefde Indonesie..." "Het viel me niet mee om na precies vijftig jaar werken in Indonesië hier te moeten blijven vanwege mijn gezondheid. Maar nu zie ik ook dat als behorende bij mijn roeping, te bidden en te offeren voor de mensen ginds."
In die gezindheid nam hij in 2000 zijn intrek in ons zorgcentrum Zuiderhout te Teteringen. Er was altijd zuurstof op zijn kamer aanwezig waarvan hij regelmatig gebruik moest maken. Spreken werd moeilijker. De meeste tijd verbleef hij op zijn kamer. Je hoorde hem niet klagen. Wel was hij zwak maar geen kniezer, hij was rustig, vriendelijk en blij als je hem kwam opzoeken. Jammer dat je hem maar moeilijk kon verstaan. Dat betekende toch een stuk isolement en eenzaamheid. Over zijn laatste jaren in Teteringen heeft hij niets geschreven, maar we mogen aannemen dat hij die benut heeft om ook in uren van onmacht en ziekte missionaris te zijn, zoals blijkt uit de teksten die we hierboven citeerden. Het zijn de eerste en de laatste bladzijden van het boekje dat hij schreef over zijn "Herinneringen aan vijftig jaar missiewerk in Indonesië 1950-2000", dat hij kort na zijn aankomst in Teteringen schreef. Het verscheen in het Nederlands en in het Indonesisch zodat ook de Indonesische medebroeders dit stukje van zijn en hun missiegeschiedenis kunnen lezen. Met name de dertig bladzijden over het begin van de nieuwe Provincie Java zijn belangrijk voor de geschiedschrijving. Maar wat er tussen hem en God omging blijft voor ons een geheim. Misschien zullen wij daar eens kennis van mogen nemen, wanneer de boeken geopend worden (Apoc.20,12). In afwachting daarvan willen we God danken voor zijn leven en werken, in goede dagen en in tijden van onmacht en ziekte. Want daarin is hij ons zeker een voorbeeld geweest.
Teteringen, 3 mei 2009 Ant.J. Verschuur SVD |
|
A.F.A.M. Wetzer, Brieven van een missionaris (Geldrop 2002)